Selecteer een pagina

Hoe zou het zijn als we alles zouden weten? Wetenschappers zijn er al jaren van overtuigd dat dat kan. Dat ze ooit alle verschijnselen kunnen begrijpen en verklaren. Het vinden van ‘de theorie van alles’ is zelfs de heilige graal voor de wetenschap. Maar stel nou eens dat dat écht lukt. We weten dan precies hoe het allemaal zit, er zijn geen raadsels meer, in feite is er niets meer te ontdekken en is het alleen nog zaak dat die theorie wordt opgeschreven en opgeslagen op een – hele grote – server.

Als we alles weten, voelen we ons de koning van het heelal. Maar hoe blij worden we daarvan? Er valt dan niets meer te ontdekken, we kunnen ons over niets nieuws meer verwonderen. ‘Been there, done that…’ Gaap… Want als je alles weet, loop je bij elk verschijnsel dat je waarneemt het risico dat je in je hoofd een stemmetje hoort dat precies vertelt hoe het werkt. Je kent vast wel mensen die dat al doen. Jij staat bijvoorbeeld in betovering te kijken naar een regenboog, en iemand naast je zegt dat dat gewoon een kwestie is van breking van het zonlicht in waterdruppeltjes die door hun oppervlaktespanning een boogvorm maken. Superirritant, toch?

Tenzij je je blijft verwonderen, natuurlijk. Je laat los wat je weet, en je ervaart gewoon. Want in feite zegt die uitleg heel weinig. Zonlicht? Waterdruppeltjes? Dat zijn ook al zulke wonderlijke fenomenen, net als die regenboog! Hoe kan het allemaal bestaan! En bovenal: hoe kan het dat ik zélf besta!

Als je zo blijft kijken, blijf je het kind in jou voorrang geven boven de weterige volwassene. Steeds meer volwassenen willen eeuwig kunnen leven, maar sterven uiteindelijk misschien wel van verveling omdat ze alles weten. Maar jij, die leeft vanuit je zich steeds verwonderende hart en niet vanuit je wetende hoofd, maalt niet om een lang leven. Jij leeft nu en je geniet met volle teugen. Laat het weten maar aan de wetenschappers over. Jij hebt er juist plezier in niets te weten en alles te beleven. Jij bent geen wetenschapper, maar een wonderschepper!